Beste Fien,
Hier ben ik terug. Even een vraagje: ik vroeg me af of je blij bent? Eigenlijk moet dat wel he. Want als gelovige dienen we ons te verheugen. Paulus schrijft zelfs: ‘Verheug u altijd in de Heer. Nog eens: verheug u! (Fil 4:4).
In de kerk heb ik vaak preken gehoord waarin ik werd opgeroepen me te verheugen, meestal gebouwd op de ‘fundamenten’ van bovenstaand vers. Zulke aansporingen tot vreugde hebben bij mij altijd tegenstrijdige gevoelens opgeroepen. Aan de ene kant is er zeker het verlangen me werkelijk te kunnen verheugen. Aan de andere kant krijg ik het gevoel: het is te simpel om tot vreugde op te roepen. Ik kan me niet verheugen alleen omdat iemand anders dat nu wil. Ik kan niet op commando blij zijn. Alle redeneringen, dat een christen alle reden heeft om blij te zijn, dat hij zich eigenlijk altijd zou moeten verheugen omdat hij verlost is, helpen mij geen meter verder. Ze maken me eerder agressief.
Ik wil ook wel verdrietig mogen zijn, als dat op dat moment bij mij past. Bij velen die voortdurend over vreugde praten, merk ik achter de blije façade een diepe droefheid op, en soms zelfs leegte en wanhoop. Daarom overtuigen ze mij niet.. Integendeel, ik heb zelfs de indruk dat ze zichzelf blijdschap moeten aanpraten en elkaar wederzijds tot vreugde opwekken omdat ze die niet echt in zich hebben.
Vreugde is niet het bulderlachen om een uitspraakfoutje van de preker, of ‘niet klagen’ of,…je weet wel. Echte vreugde is een basisgevoel, eigenlijk zelfs een stuk rationeel.
Vreugde is niet goedkoop, maar ze is er wel.
Ieder bezit in zich een plek van vreugde, ook al is de toegang verstopt, en ook al staat hij/zij er niet altijd mee in contact. Het thema vreugde nodigt me uit in mijn levensverhaal te zoeken naar sporen die gekenmerkt waren door vreugde en levenslust. In plaats van steeds maar op zoek te gaan naar ziekmakende ervaringen in onze jeugd, moeten we ook terugdenken aan de vele belevenissen waarbij we vol blijdschap en vrolijkheid waren, waarbij we echt plezier in het leven hebben beleefd. Zulke sporen brengen ons in aanraking met onze eigen levenslust en kunnen onze wonden, die evenzeer bij ons levensverhaal horen, vaak beter genezen dan het voortdurend in kringetjes draaien om de kwetsuren die we ondergaan hebben.
Het spoor van levenslust is voor mij tegelijk het spoor waarop ik God in mijn leven ontdek. Op het spoor van levenslust ontmoeten wij de ware God, de genezende en bevrijdende God, de God die mij naar mijn levendigheid, levensvreugde en unieke gestalte voert.
De vreugde heeft ieder mens in zich, op de bodem van zijn hart.
Ik klaagde over het feit dat mijn leven geestelijk was ingestort. Ik heb en had de indruk dat mijn spiritualiteit door ouders, vrienden & kerk is opgedrongen. Ik moest in mijn geestelijke leven veel tijd steken in het lezen van de bijbel, stille tijd, gebed, bijeenkomsten en mijn bediening. Voor mij was dat één grote illusie.
Dit spirituele spoor bepaalde wie ik was, maar het klopt niet.
Ik voelde me leeg en zag er de zin niet meer van in. De innerlijke weerstand was zo groot dat ik zelfs niet meer kon bidden. Ik wist ook niet hoe ik boven deze wanhoop moest uitkomen.
Ik koos ervoor om alles los te laten en mijn weg te zoeken, zonder de constante ‘goedbedoelde’ hulp van diezelfde ouders, vrienden en kerk.
Ik probeerde het persoonlijke spoor te ontdekken waarop ik als kind Gods nabijheid heb ondervonden, waar ik het als kind prettig vond. Want daar was ik als kind in harmonie met mezelf en voelde ik de wereld, daar was ik ook één met God. Dat is nu net niet het spirituele spoor welke me werd opgedrongen.
Ik voelde me in harmonie als kind als ik alleen buiten in de tuin dwaalde, als ik een kamp kon maken, hoog alleen in een boom kruipen of me verstoppen in een struik en daar een gezellig kamp maken. Daar was ik veilig, kon geen conflict mij bereiken, kon niemand mij uitschelden. Daar voelde ik me levend, daar was levensvreugde.
Het beeld van het gezellige kamp als kind geeft me een glimp van wat mij zal genezen en ruimte geven om te herstellen.
Ik leer om me terug te trekken uit de prestatiemaatschappij, weg van conflicten of geestelijke programma’s. Het is een legitieme vorm van regressie om in God te kunnen uitrusten. Pas als ik in ‘mijn’ grot weer tot rust ben gekomen, kan ik opnieuw op de berg staan waar de wind om mijn oren draait.
Door terug te keren naar deze kinderlijke belevenissen kan ik vele Bijbelse uitspraken geheel nieuw verstaan. Het toont me mijn innerlijke vreugde die ik als kind had en van daaruit kan ik verder. Een weg waarop ik levenslust voel en blijdschap over het bestaan. Het is een spoor waarop ik me gezond en gaaf kan voelen, een spoort waar ik met mezelf in harmonie kom.
Bij niemand vallen er in zijn levensverhaal alleen maar verwondingen en tekorten te betreuren. Ieder heeft ooit wel eens levenslust ervaren. Weer met deze levenslust in contact komen, is een uitgesproken therapeutische en tegelijk spirituele weg. Want alleen op deze weg kan iemand zijn eigen religieuze spoor vinden.
Kinderen vinden vaak uit zichzelf een weg naar levenslust en vreugde. Ze hebben blijkbaar een gezonde en creatieve kern in zich en een fijne neus voor wat hun goed doet. Instinctief ontwikkelen ze ook in de meest vastgelopen situaties een strategie om zich van de destructieve machten rond hen te bevrijden. Ze vinden de plek waar ze zich vrij voelen, waar ze geborgen zijn, waar ze helemaal zichzelf kunnen zijn, ook al is het maar één plek.
Zoeken naar je vreugde is terugkeren naar daar, deze spirituele en heilzame sporen in het leven, om van daaruit wegen te vinden die je verder brengen.
Als iemand teveel energie moet steken in een ‘geestelijk programma’, dan is dit een aanwijzing dat hij zichzelf een spirituele weg heeft opgelegd die niet bij hem past. Hij heeft zich in een spiritueel systeem gedwongen zonder te letten op zichzelf en zijn eigen emoties en voorgevoelens. De weerstand die hem verhindert zijn geestelijke plannen uit te voeren, laat zien dat hij leeft tegen zijn diepste eigen structuren in. Wie daarentegen in aanraking is gekomen met het spoor dat hij als kind voor zichzelf heeft ontdekt om zich prettig te voelen, om levensvreugde te ervaren, die zal spirituele vormen vinden waarbij hij zonder grote inspanning kan leven.
Als ons leven openbloeit, is er weliswaar oplettendheid en discipline nodig, maar we hoeven ons er niet steeds toe te dwingen iets te doen wat ons hart ten diepste helemaal niet wil. Zo is ook het vreugdespoor ook een spoor naar de spiritualiteit die bij mij past, die uit de kern van mijn eigen persoon opkomt en mij even zeer bij God zal brengen als ze me als kind tot leven heeft gebracht.
Zo fien,
Een stukje zoektocht naar vreugde.
Een vreugdevolle dag nog,
Ywan
Geïnspireerd op ‘je eigen spiritualiteit ontdekken’ Anselm Grün