Christelijke gemeenschappen kunnen in het maatschappelijke leven niet aan de kant staan. Het zijn geen schuilplaatsen die geestelijke medicijnen geven tegen het dagelijkse leed, of plaatsen waar men met zijn geweten in het reine komt, waar men het heden ontvlucht om te dromen over het hiernamaals.
Het zijn integendeel plaatsen waar mensen kracht opdoen, waar mensen elkaar helpen groeien naar innerlijke vrijheid, opdat ze kunnen beminnen zoals Jezus hen bemint. “Er is geen groter bewijs van liefde, dan zijn leven te geven voor zijn broeders.”
De boodschap van Jezus is duidelijk. Hij vermaant de rijken en de hoogmoedigen; Hij verheft de nederigen. De christelijke gemeenschappen moeten midden in de maatschappij staan, zichtbaar voor iedereen. “Men mag een lamp niet onder de korenmaat zetten (Mt 5,15). Ze moeten een teken zijn dat men met weinig materiële hulpmiddelen en zonder kunstmatige pepmiddelen een blij hart kan hebben en zich kan verwonderen over de schoonheid van de mens dicht bij ons, de schoonheid ook van het heelal dat onze woonplaats is.
Zij moeten laten zien dat het mogelijk is om samen te werken, zodat onze wijk, ons dorp of onze stad plaatsen zijn waar rechtvaardigheid, vrede en vriendschap heersen, weer creativiteit en menselijke groei is.
J Vanier (in broosheid dragen p 313)