Tegenwoordig wordt er vanuit onze maatschappij zeer vijandig en afstandelijk omgegaan met de vreemde rond ons. Vaak om onze ‘joods-christelijke’ waarden te beschermen.
De vreemde kan hier van alles zijn: van een vluchteling tot een anders-gelovige tot iemand met een andere geaardheid of levensstandaard. Zelf voel ik me de laatste tijd ook vaak een vreemde in mijn omgeving. Een vreemde in de christengemeenschap, een vreemde in de familie, een vreemde in onze samenleving. Uit onderzoek blijkt dat ik hier helemaal niet de enige ben. Ik besef ook dat ik hierzelf een grote verantwoordelijkheid draag.
Kleine afwijzingen die we dagelijks incasseren – een sarcasitsch lachje, een losse opmerking, een afwijzing of pijnlijke stilte- zouden allemaal onschuldig zijn als ze niet voortdurend inspeelden op onze menselijke angst om in de steek gelaten te worden met de duisternis als onze enige metgezel. Onze cultuur heeft een grote behendigheid ontwikkeld in het vermijden van pijn, niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke en emotionele pijn. We dreigen ongelukkige schepsels te worden die gebukt gaan onder talloze onvervulde verlangens en gekweld worden door begeerten en verwachtingen die nooit in vervulling kunnen gaan.
Het stil worden, alleen zijn, vanuit de rust werken,… is hierin essentieel om te leren. Van hieruit kunnen we ook komen tot echte gastvrijheid. Leren we dat niet als mens en als maatschappij, dan komen we onszelf onherroepelijk tegen.
Eén van die bijbelse waarden is gastvrijheid. Het is goed om de echte betekenis hiervan wat te doorgronden. Ik neem jullie mee in het werk (Open uw Hart, 1987, Lannoo) van Henri. Nouwen, priester en hoogleraar die onverwacht overleed in 1996. Hij beschrijft de waarde van gastvrijheid vanuit bijbels perspectief en geeft er ook zijn interpretatie van.
Ik schrijf dit in de eerste plaats naar mezelf, in de tweede plaats naar mijn christelijke vrienden, maar evengoed aan iedere burger van onze maatschappij.
Ik sta er volledig achter om door te gaan op onze ‘joods-christelijke’ waarden, maar dan zullen we ons een hoedje schrikken en zal de spiegel van dit onderzoek ons door de grond doen zakken van schaamte, zelfs binnen de kerkgemeenschap. Die waarden verplichten ons om ruimte te scheppen voor de andere, zodat hij ten volle zichzelf kan zijn…
Inleiding
In onze wereld zien we volop mensen die vervreemd zijn van hun eigen verleden, cultuur en land, van buren, vrienden en familie, van hun diepste zelf en hun God. We zien mensen die op zoek zijn naar een gastvrije plek waar ze zonder angst kunnen leven en iets van gemeenschap kunnen vinden.
Vele vreemdelingen en ‘anderen’ worden in onze wereld gemakkelijk het slachtoffer van onze angsten en vijandige gevoelens. Toch kunnen wij -en moeten ook christenen- een open en gastvrije ruimte bieden waar de vreemdeling zijn anders-zijn kan afleggen en onze medemens kan worden.
De weg van vijandschap naar gastvrijheid is een moeilijke weg vol hindernissen. Het is alsof onze maatschappij steeds meer bange, afwerende en agressieve mensen telt die zich angstig aan hun bezig vastklampen en geneigd zijn hun omgeving met argwaan te bekijken omdat ze altijd verwachten dat er plotseling een vijand zal opduiken. Maar toch is het onze opdracht: de vijand tot gast maken en de vrije ruimte scheppen waar alle vrees is uitgebannen en waar vriendschappen kunnen ontstaan en volledig kunnen worden beleefd.
1. Gastvrijheid: een bijbelse term
Het begrip gastvrijheid heeft in onze cultuur al veel van zijn echte waarde verloren. Bij gastvrijheid denken we dan aan weeë vriendelijkheid, theekransjes, kabbelende gesprekken en een sfeer van knusheid. Het wordt eerder gebruikt in kringen waar er vroomheid wordt verwacht ipv het zoeken naar een serieuze en authentieke christelijke spiritualiteit. Nochtans is gastvrijheid een van de rijkste bijbelse termen die het inzicht in onze relaties met medemensen kan verdiepen en verbreden.
De verhalen uit het oude en nieuwe testament laten niet alleen zien dat het een serieuze plicht is om de vreemdeling bij ons thuis te ontmoeten, maar ze vertellen ons ook dat de gasten kostbare geschenken bij zich hebben waarmee ze bij een ontvankelijke gastheer graag voor de dag willen komen. En het gaat hier dan vanzelfsprekend niet om materiële geschenken.
Waar vijandschap verandert in gastvrijheid kunnen angstige vreemdelingen gasten worden die hun gastheer de belofte openbaren die ze bij zich hebben. Dan blijkt elk onderscheid tussen gast en gastheer kunstmatig te zijn en valt weg in de erkenning van de pas gevonden eenheid.
Op die manier brengen de bijbelse verhalen ons niet alleen tot het besef dat gastvrijheid een voorname plicht is, maar vooral dat binnen deze gastvrijheid gast en gastheer hun kostbare geschenken te voorschijn kunnen halen en elkaar nieuw leven kunnen geven.
Misschien kan het begrip gastvrijheid een nieuwe dimensie toevoegen aan onze ideeën over een helende relatie en over het vormen van een herscheppende gemeenschap in een wereld die zo duidelijk gebukt gaat onder vervreemding en verwijdering.
2. Gemengde gevoelens
Ook al is het vanuit de christelijke spiritualiteit gezien essentieel om vreemdelingen met open armen te ontvangen en hun een plaats te geven in ons bestaan, het is ook belangrijk duidelijk te zien dat onze natuurlijke gevoelens tegenover vreemden heel tweeslachtig zijn. Ook zonder veel sociologisch onderzoek herkennen we de talloze vormen van vijandigheid, meestal gemengd met angst en vrees, die ons ervan weerhouden anderen tot onze wereld toe te laten.
Misschien moeten we eerst zelf vreemdeling worden om volledig te kunnen beseffen wat gastvrijheid betekent. Een student van Nouwen schreef:
Met heel weinig geld vertrok ik op een dag uit Nice en ging liften. Vijf dagen liet ik me meevoeren op de wind. Mijn geld geraakte op en ik moest vertrouwen op de goedheid van anderen. Ik leerde wat het is om bescheiden te zijn, dankbaar voor een maaltijd, een lift, en volledig overgeleverd te zijn aan het lot…
Vreemdelingen ontmoeten tegenwoordig meer vijandigheid dan gastvrijheid. In onze wereld gaan we ervan uit dat de vreemdeling een potentieel gevaar vormt en dat hij het tegendeel maar moet bewijzen. We mogen dan in ons hart de ander graag willen helpen – hongerigen eten geven, gevangenen bezoeken en reizigers onderdak verschaffen- ondertussen hebben we ons wel omringd met een muur van angst en vijandschap en lopen instinctief om die mensen en plaatsen heen die ons aan onze goede bedoelingen kunnen herinneren. En uiteindelijk moeten we zelfs toegeven dat die angst zich niet beperkt tot de vreemdeling of de andere. Ze nestelt zich ook dichter bij ons: op ons werk, in onze familie, in ons gezin,…Wederzijdse vijandigheid, angst, achterdocht en soms zelfs regelrechte agressie komen vaak voor, ook in ons eigen milieu. Bevorderingen, examens, selectienormen, promotiekansen en de jacht naar bepaalde onderscheiding verhinderen vaak dat het beste in de mens tot uitdrukking kan komen.
3. Vijandschap achter de schermen
Een toneelspeler vertelde Nouwen ooit over zijn werkomgeving die zo typerend lijkt voor veel situaties van nu. Terwijl ze de meest ontroerende stukken instudeerden over liefde, tederheid en intieme verhoudingen, waren spelers zo jaloers op elkaar en zo gespannen of ze het ‘zouden maken’ dat de wereld achter de coulissen zinderde van haat, hardvochtigheid en wederzijds wantrouwen. Mensen die elkaar op het toneel een kus gaven konden elkaar achter het toneel wel slaan.
Onze wereld heeft veel weg van dit toneel, waar vrede en gerechtigheid en liefde worden uitgebeeld door spelers die elkaar met hun wederzijdse vijandschap in de vernietiging helpen. Maar misschien is dit ook de paradox die ons de kracht tot genezing kan geven.
Als we zonder aarzelen onze eigen vijandschap en vrees willen zien en erkennen, kunnen we waarschijnlijk beter vanbinnen uit die andere kant aanvoelen, waar we onszelf maar ook onze naaste naartoe willen brengen.
Op het toneel zal het stuk van ons leven er altijd wel beter uitzien dan wat zich achter de schermen afspeelt, maar zolang we deze tegenstelling aanvaarden en haar proberen te verkleinen, kan de spanning ons nederig houden. Want die spanning zal maken dat we ons voor anderen inzetten ook al zijn we zelf niet helemaal gaaf.
4. Ruimte maken, open en uitnodigend
Ons woord gastvrijheid spreekt van vrijheid voor de gast. We willen een gast vriendschap aanbieden zonder hem te binden en hem vrijheid schenken zonder hem los te laten.
Daarom betekent gastvrijheid in de eerste plaats het scheppen van een open ruimte waar de vreemdeling kan binnengaan en van vijand tot vriend kan worden. Gastvrijheid houdt niet in dat we mensen willen veranderen, ze betekent dat we andere mensen een ruimte willen bieden waarin verandering kan plaatsvinden.
- Geen scheidslijn maar vrijheid. Niet in een hoek drijven waar hij maar één mogelijkheid heeft, maar juist een breed scala van keuzemogelijkheden bieden;
- Geen geestelijke intimidatie met goede boeken, verhalen en goede werken, maar het bevrijden van een angstige ziel zodat woorden wortel kunnen schieten en overvloedig vrucht kunnen brengen.
- Geen methode om onze God en onze levenswijze tot maatstaf van alle geluk te maken, maar een manier om anderen in de gelegenheid te stellen hun God en hun eigen levenswijze te vinden.
Paradoxaal wil gastvrijheid een lege ruimte scheppen, waar vreemdelingen kunnen binnen gaan en ontdekken dat ze als vrije mensen geboren zijn: vrij om hun eigen liederen te zingen, hun eigen taal te spreken, hun eigen dansen uit te voeren,…
Een gastvrije ontvangst is geen subtiele uitnodiging om de manier van leven van de gastheer over te nemen, een gastvrije ontvangst biedt de gast de mogelijkheid zijn eigen levensstijl te vinden.
Het is helemaal niet zo gemakkelijk om ruimte te maken voor de andere. Dat vraagt een diepe concentratie en een heldere gedragslijn. Het is te vergelijken met de opdracht aan een wijkagent om ruimte te maken in een paniekerige menigte opdat de hulpdiensten bij het ongeluk kunnen komen. Mensen dringen zich op, concurrentie, het verlangen naar macht en een verlangen naar onmiddellijk resultaat en vooral doodgewone angst zorgen ervoor vullen dat de leegte gevuld wordt.
Zolang ons innerlijk, ons verstand en onze handen bezig zijn, ontlopen we pijnlijke vragen waar we ons nooit veel hebben van aangetrokken. Het ‘druk hebben’ is een statussymbool geworden en mensen sporen elkaar voortdurend aan lichaam en geest in beweging te houden. Uit de verte lijkt het net alsof we proberen elkaar te verzadigen met woorden en daden en geen moment stilte willen toelaten. Maar doordat ieder leeg hoekje en elk leeg moment gevuld wordt, werkt deze gastvrijheid eerder onderdrukkend dan bevrijdend.
5. Vol bezigheden en zorgen
De meesten van ons zoeken bezigheden, niet de leegte. Als we niets te doen hebben, worden we onrustig. we worden zelfs bang wanneer we niet weten wat we straks, morgen of volgend jaar zullen doen. Uit alles blijkt dat ons krampachtig zoeken naar bezigheden een groter struikelblok is dan de bezigheden zelf. We zijn bang voor open plekken en lege ruimten dat we er met ons verstand als beslag op leggen voor we er werkelijk aan toe zijn. Duidelijk blijkt dat we er niet tegen kunnen wanneer mensen of gebeurtenissen ongrijpbaar zijn. Dan zoeken we naar etiketten of hokjes om de leegte met zelf bedachte illusies te kunnen vullen. We zijn werkelijk diep bezorgde mensen geworden, bang voor de onbenoembare leegte en het stilte en alleen zijn. Eigenlijk verhindert deze bezorgdheid ons om nieuwe ervaringen op te doen en maakt dat we vasthouden aan onze oude gewoontes. In onze bezorgdheid laten we angstig alles bij het oude, en het lijkt er vaak op dat we aan akelige zekerheden de voorkeur geven boven gezonde onzekerheid.
Met onze bezorgdheid houden we een eigen wereld in stand die we door de jaren heen hebben gebouwd en versperren we de weg naar revolutionaire veranderingen. Door onze angsten, onzekerheden en vijandige gevoelens vullen wij onze innerlijke wereld met ideeën, meningen, oordelen en waarden waar we ons aan vastklampen al waren ze ons kostbaarste bezit. In plaats van gehoor te geven aan de uitdaging van de nieuwe wereld die zich voor ons opent en op open terrein de strijd aan te gaan, verschansen we ons achter de muren van onze zorgen en klemmen we ons vast aan de vertrouwde levensvormen die we in het verleden hebben opgebouwd.
Heeft Jezus niet gezegd dat we door onze zorgen de komst verhinderen van het koninkrijk, dat wil zeggen de nieuwe wereld?
Jezus zegt: Loop dus niet te tobben: wat moeten we eten of wat moeten we drinken of waarmee moeten we ons kleden? Want dat zijn allemaal zaken waarnaar mensen vragen die God niet kennen! Uw hemelse vader weet wat u allemaal nodig hebt. Richt eerst uw aandacht op zijn Koninkrijk en op het doen van zijn wil, dan zult u ook al dat andere krijgen. Maakt u dus geen zorgen over de dag van morgen. Morgen ziet u wel weer; u hebt al genoeg aan de zorgen van vandaag. Matt 6: 31-34
We kunnen de wereld niet veranderen met nieuwe plannen, projecten of ideeën. We kunnen zelfs andere mensen niet veranderen door wat wij geloven, door onze verhalen, raad en suggesties, maar we kunnen wel de andere een ruimte bieden waar zij de moed kunnen vinden zich te ontwapenen, hun bezigheden en zorgen opzij te zetten en aandachtig te luisteren naar de stemmen die in hun eigen binnenste klinken.
Besluit:
Wanneer we vijandschap in gastvrijheid willen veranderen, moeten we een vriendelijke open ruimte scheppen waar we op zoek kunnen gaan naar onze medemensen en hun een nieuwe relatie kunnen bieden. De ontwikkeling van de ander is een innerlijk proces dat niet van buitenaf gestuurd kan worden maar van binnenuit moet komen. Zoals we de groei van een plant niet kunnen forceren, maar wel onkruid en stenen die haar groei belemmeren kunnen verwijderen, zo kunnen we geen mens dwingen tot een zo persoonlijke en wezenlijke verandering. Maar we kunnen wel de ruimte bieden waar zo’n verandering kan plaatsvinden.
We hebben nood aan een gemeenschap die deze waarde omhelst en uitleeft. Samen met elkaar het avontuur aangaan en ‘uit de boot stappen om op het water te lopen’. Een oproep aan de christen gemeenschap om zijn gebouwen om te vormen tot warme open plaatsen waar mensen welkom zijn. Een oproep aan iedere burger om zijn huis en eigen hart open te stellen en het avontuur aan te gaan. Een oproep aan iedereen om zichzelf in vraag te stellen en onze eigen gebrokenheid onder ogen zien.
Laten we dit doen vanuit de rust en de stilte, maar laat het hier niet stoppen. Het mag niet stoppen met #prayfor, daar moet het starten. We zullen fouten maken, geconfronteerd worden met onszelf en de andere, maar het is de enige weg naar echt vrijheid voor onszelf, voor de andere en voor onze maatschappij.
Zetten we die stap niet, dan denk ik dat we naar een donkere periode toegaan. Een periode van grenzen, muren, angst en armoede. Laat ons die geschiedenisboeken maar eens echt nalezen…
Blogbericht gebaseerd op het boek ‘open uw hart’ van Henri Nouwen