Wat een titel hé. Zo’n uitspraken zijn nooit vanzelfsprekend juist of waar. Het enige wat ze bewerkstelligen is nieuwsgierigheid of…afkeer. Laat ons maar voor het eerste gaan.
Ben jij ook zo iemand die de gave bezit om te ‘zien’ hoe dingen beter zouden kunnen? Bij jezelf, de kerk, de wereld, de andere? Dank God voor deze gave, want ze is niet aan iedereen gegeven. Het is belangrijk om deze gave te koesteren, niet te laten wegdrukken, maar anderzijds mag dit ‘zicht’ ons niet weghouden om ons te engageren in ‘de kerk’ of de gemeenschap van gelovigen. Hierin moeten we een weg zoeken. Ghandi zei: “Be the change you want to see”. Het is een uitnodiging om die verandering te zijn. Dit geldt natuurlijk evenzeer binnen als buiten de kerk.
Het is belangrijk om te protesteren, om dingen aan te kaarten. Langs de andere kant moeten we onze woorden zelf waarheid laten worden in ons leven. We moeten zelf een getuigenis zijn van de woorden waar we voor staan. Dit is een positieve houding die het koninkrijk waar we voor staan uitleeft, ipv enkel op het kwade te wijzen waar we tegen zijn.
Jezus toonde in Caesars keizerrijk een alternatief koninkrijk, niet door de leiding te nemen van een groep rebellen, maar door te preken over een ander koninkrijk en dit ook uit te leven. Lees maar de bergrede, de parabels en verhalen. Ze zijn het levende bewijs van dit nieuwe koninkrijk. Niet met geweld, maar door liefde.
De kerkgeschiedenis is gevuld met heilige andersdenkenden en dwarsliggers. profeten en ‘vrede-verstoorders’. Ze hielpen de kerk om een nog betere weg te vinden. Kerkhistorici geven aan dat ongeveer iedere 500 jaar de kerk op de één of andere manier geïnfecteerd wordt door materialisme, macht, of de cultuur rond ons. Blijkbaar vergeten we wie we zijn. Een bisschop zei: elke 500 jaar organiseren we een rommelmarkt, om ons te verlossen van de ballast en rommel en de echte schatten van ons geloof te herontdekken.
Misschien kan dit ook een reflectievraag zijn 500 jaar na de reformatie?
De kerkgeschiedenis is gevuld met reformatie’s en opwekkingen. Te midden van de rijkdom en macht in Italië was er Franciscus die de stem van God aanhoorde: “Bouw mijn kerk op, want ze is een ruïne”. Zo begon hij. Deze roep om te vernieuwen en te bouwen is een constante roep van God en van de beweging waar we toe uitgenodigd zijn. Het hoeft geen verrassing te zijn dat de kerk en de kerkgeschiedenis ‘een boeltje’ is, misschien zelfs een zootje ongeregeld. Want ja, ze bestaat uit mensen.
We moeten niet ‘anti-kerk’ zijn maar ‘pro-kerk’. Anderzijds moet de kerk ook de ‘kritische stemmen’ omarmen en niet naar de marginaliteit sturen of negeren. Samen moeten we beseffen dat de kerk een soort ark van Noach is: het stinkt er verschrikkelijk van al die verschillende dieren samen, maar spring je er af, dan verdrink je.
Dit is een dubbele verantwoordelijkheid. Maakt de kerk bewust tijd om te luisteren naar de stemmen ? Is ze beschikbaar? Of wordt ze opgeslokt door al het organisatorische, waardoor deze stemmen vlug naar de rand worden verwezen omdat ze niet tot de ‘mainstream’ behoren ? Hoe gaan we om met profetische stemmen? Ook als ze misschien minder in ons denken passen?
Hoe ga je om met je kritische geest? Hoe vind je rust en een goede manier om in de wereld, de kerk te staan? Ben je zelf een opbouwer? Leef je het zelf uit? Hoe ver ga je hierin? Wanneer leg je je neer bij iets waar je het moeilijk mee hebt?
Het zijn vragen waar ik zelf mee worstel, ik ben er nog niet klaar mee. De kerk ook niet. Zolang het proces aan de gang blijft is het goed.
Leve de dwarsliggers, want zonder dwarsliggers is er geen spoor.
Artikel gebaseerd op ‘Monthly action’ uit book of common prayer (claiborn, hartgrove)