‘De kwaliteit van een boeket in een vaas hangt af van de manier waarop u de leegte tussen takken en bloemen kunt schikken’, zo leerde een Japanse dame.

bloomon_bintihome_hr_27__kopie_.jpg
Leegte blijft echter afschrikken. Volgens een geleerde fysicus blijkt er een natuurwet te bestaan: horror vacui, afschuw voor de leegte. En inderdaad, we moeten toegeven dat we lege ruimtes heel vlug weer bevolken. een leeggemaakte zolder krijgt binnen de kortste keren weer bezoek: afgedankte poppen of stoelen met drie poten moeten de leegte weer opvullen.
De natuur zelf is echter opvallend ‘leeg’: je kunt haar moeilijk anders omschrijven dan als één grote leegte. Kijk naar het hemelgewelf: met een handjevol planeten hangen we te draaien op miljoenen kilometers van elkaar rond die zon die zelf hangt te draaien in een hoofdzakelijk lege melkweg die hangt te draaien in een uiteenspattend heelal dat in de eerste plaats opmerkelijk leeg is. Kijken we naar het kleinste dat we onder een felle microscoop kunnen zien, dan moeten we vaststellen dat onze atoomwereld uit bijna niets bestaat in een proportioneel enorm grote, lege ruimte. Microkosmos en macrokosmos: alles is leeg, maar we realiseren het ons amper.

heelal.jpg

Wie geleerd heeft leegt in zijn tijdschema in te bouwen, of zelfs in de ruimtes waarin bij pleegt te leven, heeft een schat aan de binnenkant van zijn bestaan ontdekt.
Onze abdij is gebouwd rond een groot leeg vierkant. Het centrum van onze gebouwen is onbezet. Niet de kerk, niet de eetzaal, niet de gemeenschapsruimte en ook niet de bibliotheek staan in het middelpunt, meer een lege binnentuin. We wandelen elke dag in het vierkant van de kloostergang rond die tuin. In dit centrum gebeurt niets. Het is onze long. Veranderen we van activiteit, dan moeten we noodgedwongen langs die binnentuin – dan herschikken we onze energieën. We elimineren de slechte. We ademen, denken aan niets en trekken verder met een verruimd hart.

kloostertuin.jpg

Hoeveel plaats voor leegte is er in mijn agenda? En heb ik zoiets als een stormvrije zone aan de binnenkant, een klein vierkant zoals die binnentuin van de abdij, waar ik telkens tussen twee activiteiten op kan terugvallen, een stil punt dat niet door drukte, kritiek of vleiende woorden belaagd of ingenomen kan worden? Het wiel draait rond een as die net niet meedraait. Hoe kan dat? Dankzij de leegte rond de as. Vaas of pollepel vergroten hun verdienste alleen in de mate waarin de ontvankelijke leegte in het voorwerp ruimer is.

Daar waar de cultuur van de volheid heerst, weerklinkt de kreet om een cultuur van leegte. De volheid botst overal tegenaan: een biljartbal, een kogel, een bom. ‘Bomvol’, zo verwoordt de taal zelf metaforisch trefzeker. Vol, tot het explosieve toe, lawaaierig, opdringerig wang geen weg wetend met zichzelf: dit is de uiteindelijke strekking van een cultuur die door volheid wordt gedomineerd- onze gangbare cultuur in het Westen.

Time Sqaure New York 2013.jpg

De cultuur van de leegt schept ruimte, kan weer relaties aan, leert vasten zonder angst, schuwt stilte nog traagheid, en evenmin het zaligen nietsdoen. Alle grote tradities spreken uiterst positief of krachtig paradoxaal over leegte.

In het Jodendom leert men hoe God de wereld schiep door een contractie op zichzelf uit te voeren. Hij deed tsimtsoem, wat letterlijk betekent: hij vastte op zichzelf, en schep dus een leegte in zich. Er kwam ruimte vrij: het andere dan zichzelf mocht bestaan. De relatie werd geboren. In het christendom kennen we – met Paulus- de daad van ‘zelfontleding’ waarmee God zich in Christus heeft geopenbaard. De kenosis of lediging is de daad waarmee Christus tot het uiterste toe heeft liefgehad. ‘Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf aangenomen. Als mens verschenen heeft hij zich vernederd, en werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan een kruis.’ Dat is de concrete inhoud van de zelfontlediging of kenosis van Jezus. Paulus vraagt aan zijn geliefde Filippenzen of ze naar elkaar toe precies dezelfde gevoelens in het hart zouden koesteren als Christus in zijn zelfontlediging. Ook wij moeten ‘onszelf niet zoeken’ maar de ander hoger achten dan onszelf, en de belangen van de ander stellen boven onze eigen interesses.

kenosis

In het boeddhisme staat het begrip ‘leegte’ (shunnyata) centraal. In de beroemde Hart Sutra klinkt het bijna dreunend: ‘Vorm is leegte en leegte is vorm. Vorm is niet verschillend van leegte en leegte is niet verschillend van vorm.’ Geen vorm die niet leegte is en omgekeerd. De systematische uitholling van elk substantieel denken, waar we volgens een vertrouwde voorstelling denken dat dingen op zichzelf bestaan met een zekere dichtheid en zelfstandigheid, leidt in het boeddhisme niet tot nihilisme maar tot de dankbare intuïtie dat alles met alles in relatie staat en verbonden is. Alles is interrelated, is ‘inter’ en niets bestaat ‘op zich’. Ook hier schept de idee van leegte een ruimte voor het vermogen tot het beleven van relaties. Terwijl de volheidsgedachte de relatie doodt, laat de aandacht voor de leegte het vermogen tot relationeel leven opbloeien.

socrates

Leegte cultiveren is arm worden. Arm worden laat toe zuiver het geheel te zien in onderlinge verbondenheid. De zuiverheid opent het oog en laat God zien. Helderheid, transparantie en leegte: ze werken elkaar in de hand en vallen uiteindelijk samen met het grootste geheim. De Franse filosoof Louis Lavelle schrijft terloops in onuitgegeven notities: ‘Ne rien avoir pour voir Dieu qui n’a rien et est tout’ – ‘niets hebben om God te zien die niets bezit maar alles is.’

B Standaert, Spiritualiteit als levenskunst. Alfabet van een monnik, Lannoo, Tielt, 2007, 131-134

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s